Geuzen in het bos

MB2404 GeuzenhoekBrusselseBrandstapelCollageIn de zestiende eeuw – de tijd van de Reformatie – verspreidde de hervormingsgedachte zich snel door Vlaanderen. In Antwerpen vond het gedachtegoed van Maarten Luther een vruchtbare bodem. De Augustijner monniken – ordegenoten van de hervormer – ontvingen de nieuwe ideeën met veel enthousiasme. Niet dat de Kerk daar echt voor openstond: twee kloosterlingen waren de eerste martelaren in ons land. Ze stierven in Brussel op de brandstapel. Daarmee was de repressie niet gedaan. Tijdens het schrikbewind van de hertog van Alva werd de ‘afvalligheid’ zwaar aangepakt en bleef er van het protestantisme niet veel over. Op een enkele uitzondering na: in het Oost-Vlaamse Horebeke ontstond een hervormde enclave die de eeuwen trotseerde en dapper standhield.

Toen een aantal Vlaamse edelen bij landvoogdes Margaretha van Parma kwamen pleiten voor meer godsdienstvrijheid, werden ze afgedaan als een groep ‘geuzen’, bedelaars of schooiers. Hun smeekschrift werd resoluut afgewezen, en de graven van Egmont en Horne werden onthoofd. Toch werd het begrip ‘geus’ een erenaam, en hier en daar boekten ze opzienbarende resultaten, zoals in het Nederlandse Den Briel, dat door de watergeuzen ingenomen werd. In de Noordelijke Nederlanden was dit het begin van een succesvolle opstand; in Vlaanderen konden de hervormingsgezinden zich niet handhaven. Wel waren er in de streek rond Oudenaarde de ‘bosgeuzen’, die er in 1572 in slaagden onder aanvoeren van Jacob Blommaert de stad te veroveren. Toen het Spaanse leger na enkele weken terug ‘orde op zaken’ stelde, trokken de geuzen naar de dorpen in de omgeving, en vormden ze later een protestantse gemeenschap in Horebeke en omgeving. Door voor de buitenwereld de schijn op te houden dat ze katholieken waren, maar in eigen kring de protestantse leer aanhingen, wisten ze te overleven. Dankzij het Edict van Tolerantie van Jozef II (dat in 1781 godsdienstvrijheid verleende aan niet-katholieken) kon een kerkje gebouwd worden – ook al mocht het er van buiten niet zo uitzien. Een kleine honderd jaar later kon er een volwaardige kerk neergezet worden, die nog altijd wekelijks gebruikt wordt.

De herinnering aan de woelige tijden van de Hervorming, maar ook aan de ontwikkelingen daarna, wordt levend gehouden in het Geuzenhoekmuseum, gevestigd in het voormalige schooltje van het dorp, tevens geboortehuis van de bekende schrijver Abraham Hans.

Vorig jaar werd het feit dat de eerste martelaars van de Reformatie in Brussel op de brandstapel stierven uitgebreid herdacht, ook in de media. Op de website van TWR was een aantal columns over de gebeurtenissen van 1523 te horen onder de titel ‘Te Vuur en te zwaard’. Intussen is bij medianetwerk.vlaanderen de tweedelige podcast ‘De Brusselse Brandstapel’ te beluisteren. Aan die podcast wordt sinds kort ook speciaal aandacht besteed in de ‘Geuzenhoek’. Voorbijgangers die het museum of de kerk aan de Korsele passeren, zien daar een plakkaatje met een QR-code die daarnaar verwijst. Het museum is zeker een bezoek waard  , en ook de podcast is een aanrader. Dat kan ook zonder verplaatsing, hier klikken volstaat uiteraard.