Mijn vriend de chatbot ...
AI - Artificiële Intelligentie - valt niet meer weg te denken uit het dagelijkse leven. Daarover is zowat iedereen het wel eens. Over de kwestie of dat nu een zegen of een vloek is, wordt wel veel gediscussieerd. Tim Brys, van denktank Inspiratio, liet er onlangs zijn licht over schijnen in een artikel dat in De Morgen gepubliceerd werd. Hij weet waarover hij spreekt: Brys doctoreerde aan de VUB in artificiële intelligentie en is ook als postdoctoraal medewerker verbonden aan het AI-labo van die universiteit.
Het feit dat Tim gespecialiseerd is in de materie wil nog niet zeggen dat hij een onvoorwaardelijke fan is van de nieuwe mogelijkheden. Uiteraard kent hij de voordelen: in heel wat gevallen kan werk vereenvoudigd worden en krijgen mensen toegang tot toepassingen die vroeger onbereikbaar waren.
Neem nu de chatbots: altijd bereid om te luisteren en raad te geven, waarbij binnen een fractie van een seconde beroep kan worden gedaan op een kennisreservoir waar een sterveling alleen maar van kan dromen. Volgens recent onderzoek blijkt 20 procent van de (bevraagde) kinderen in Vlaanderen chatbots te gebruiken als chatvriend. Handig als er niemand anders in de buurt is, maar Tim geeft in zijn artikel ook aan dat geen enkele chatbot kan meevoelen, lichaamstaal lezen, de ander begrijpen vanuit eigen ervaring of doorleefde wijsheid delen.
Of neem nu ChatGTP, de applicatie die in korte tijd zeer populair is geworden. De meest recente versie kan dankzij de vergevorderde ontwikkeling heel natuurlijk interageren, liedjes zingen en zelfs kledingadvies geven. Sommigen zullen daar ongetwijfeld hun voordeel mee kunnen doen … Het is ook heel aantrekkelijk als het programma kan functioneren als deskundige huiswerkbegeleider – het bespaart ouders heel wat inspanningen. Maar willen we de soms vervelende interactie met onze kinderen opgeven, vraagt Tim zich af: “Hoe zullen we onze kinderen nog leren kennen en opvoeden? Hoe zullen zij leren omgaan met anderen als ze steeds achter schermen zitten en met chatbots spreken?”
De manier waarop we met technologische innovaties als AI omgaan, heeft veel te maken met onze visie op de mens. Op dat vlak maakt Tim Brys zich zorgen: “We zijn belichaamde wezens, gemaakt voor een fysieke wereld en menselijk contact, ‘van aangezicht tot aangezicht’; geen breinen die we best naar het metaversum uploaden om ons te bevrijden van fysieke beperkingen.” De teneur van het artikel is duidelijk: de moderne technologie kan een enorme hulp zijn en het resultaat van ons werk perfectioneren. Hij wil zich zeker geen luddiet noemen (de betekenis van deze term is eenvoudigweg op het internet te vinden …), maar kan zich ook tevreden stellen met wat minder kunstmatige volmaaktheid. Liever wat inefficiënte als het betekent dat we meer aandacht zullen hebben voor elkaar in de echte wereld.
De volledige tekst van Tim Brys is hier te lezen.