Covid-19… het virus van de angst.
Je wordt er dagelijks aan herinnerd en je ziet de ene maatregel na de andere komen.
Ook op het werk komt dagelijks een verdere verfijning van de maatregelen.
Je zucht en probeert alles goed te organiseren, waarom …?
Je eigen collega ligt in het ziekenhuis, kortademig, vaak zo ziek dat ze zelfs niet in staat is een berichtje terug te sturen.
Zoveel vragen in haar hoofd, niemand die weet hoe het zal verdergaan… de angst kruipt samen met het virus haar hele lichaam door. Moet ze afscheid nemen van het leven, van haar man en kinderen?
De onzekerheid, de pijn, de benauwdheid, het is ondraaglijk en brengt haar in paniek… en er is niemand bij haar, niemand die haar hand vastneemt. In de strijd is ze alleen…de dagen en nachten kruipen voorbij.
Ik bid voor haar, ik zeg haar dat ik voor haar bid. Ze stuurt een groot hartje terug.
Gelukkig mag ze na een week naar huis, maar zelfs dan is even naar het toilet gaan voldoende om haar volledig uit te putten. Ze slaapt veel en denkt veel en is bang. Bang dat het virus terugkomt, bang dat het niet onder controle kan gebracht worden, bang dat een bekende eraan zal sterven…
Het lichamelijke herstel komt, langzaam maar zeker… Maar wat met de angst? Waar is die sterke vrouw van vroeger?
In het ziekenhuis lag ze samen met een dame die vaak luidop aan het bidden was. Ze had daar veel deugd van en werd er rustig bij. Zie je wel dat er voor jou gezorgd wordt, repliceer ik. Daar is ze ook ongelooflijk dankbaar voor.
Ik schrijf haar: vroeger een sterke vrouw, nu een zwakke… dat is de plaats waar Jezus ons wil hebben, zwak in onszelf, maar vertrouwend op Zijn oneindige kracht… het is Paasdag.
Ik bid dat het niet bij deze woorden blijft, maar dat ze haar hart aan God zal toewijden.
(Mieke van Lint)