Het Kwade regeert
Vastenoverweging 39 – donderdag 14 april 2022
Er is iets voorspellends, iets primitiefs, iets griezeligs aan duisternis. We hebben er een instinctieve angst voor. We vragen ons af wat in die diepste schaduwen op de loer ligt. Het haar op onze armen gaat ervan omhoog staan omdat onze zintuigen dreiging en gevaar aankondigen.
Zelfs de Bijbel vermeldt duisternis al als de drager van een soort naderende barbaarse woestheid in de eerste verzen van het boek Genesis: “In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water.” (Gen 1, 1-2)
Jezus gebruikte de termen ‘nacht’ en ‘duisternis’ vaak als beelden, als metaforen voor het kwade en de krachten van de hel. Bijvoorbeeld in Joh 9, 4:
“Ik moet de werken doen van Hem Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht waarin niemand kan werken.”
Nacht. Duisternis. Het kwade regeert.
Jezus zag de donkere nacht ook naderbij komen. Hij wist dat de strijd tegen de hel, de oorlog om onze zielen, snel zou beginnen… in de duisternis… op het eigen speelveld van het kwade. En dat Hij de strijd alleen zou moeten aangaan.
“Nu wordt het oordeel over deze wereld voltrokken, nu zal de vorst van deze wereld buitengeworpen worden”, zei Hij tegen Zijn vrienden.
En: “Nog een korte tijd is het licht bij u; wandel zolang u het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalt. En wie in de duisternis wandelt, weet niet waar hij heen gaat.”
En nog eens: “Ik ben een licht, in de wereld gekomen opdat ieder die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijft.” (Joh 12, 31/35/46)
Nacht. Duisternis. Het kwade regeert daar.
Tijdens het Laatste Avondmaal, op de vooravond van Zijn dood, gebruikte Jezus de herinnering aan de bevrijding die God gaf tijdens de exodus, tijdens het wegtrekken van de Israëlitische slaven uit Egypte, om Zijn nauwste vrienden te waarschuwen tegen de enorme kracht van de nabij sluipende duisternis die Hèm zou inslikken en hèn zou bang maken en tot zonde verleiden.
“Toen zei Jezus tegen hen: U zult in deze nacht àllen aanstoot aan Mij nemen, want er is geschreven: Ik zal de Herder slaan en de schapen van de kudde zullen uiteengedreven worden.” (Mat 26, 31)
En daarna tegen Petrus: “Voorwaar, Ik zeg u dat u in deze nacht, voordat de haan gekraaid zal hebben, Mij driemaal zult verloochenen.” (Mat 26, 34)
En tenslotte: “Toen hij (Judas) dan het stuk brood genomen had, ging hij meteen naar buiten. En het was… nacht.” (Joh 13, 30)
Nacht. Duisternis. Het kwade regeert.
Het was onder de dekking van de duisternis dat ze kwamen om Jezus te arresteren:
“Toen Ik dagelijks bij u was in de tempel, hebt u de handen niet naar Mij uitgestoken. Maar dit is uw uur en de macht van de duisternis,” zei Jezus tegen hen zoals vermeld staat in Luk 22, 53.
Ja, de nacht is gekomen. De duisternis regeert. Alles wat goed en heilig en juist lijkt, is slechts een illusie in de schemering van de helse regels die de harten van de mensen regeren. Alleen, helemaal op Zichzelf, zal Gods Zoon verraden worden, gearresteerd worden, bespot, gegeseld en daarna gekruisigd worden. Zijn lichaam wordt doorboord en geslagen, en het zal sterven. Dat is het begin. Ze arresteren Hem… ’s nachts. In de duisternis.
Nacht. Duisternis. Het kwade dat regeert.
Luister ernaar. Voel het. Laat het in u doordringen. Het kwade regeert.
En voel nu mee met Jezus. Alleen, naakt, tentoongesteld, geslagen, voor onze zonden doorboord, op het kruis.
“En vanaf het zesde uur kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur
toe. Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama
sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” (Mat
27, 45-46)
Nacht. Duisternis. Het kwade regeert, totaal lijkt het.
Hoop lijkt verloren te zijn. Het leven lijkt zinloos en waardeloos. Het kwade houdt de wereld in haar greep. En Jezus, met een lichaam dat dood is, leeft nog steeds: alleen, zonder de verdediging van de engelen van het licht, en Hij daalt af in de voortijdse wereld, de wereld van de dood, met niets anders dan Zijn persoonlijkheid als het volmaakte offer, om daar de krachten van de hel en hun greep op de dood aan te pakken en te overwinnen. Petrus schrijft:
Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, Hij, Die rechtvaardig
was, voor onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen. Hij is wel ter dood
gebracht in het vlees, maar levend gemaakt door de Geest, door Wie Hij ook, toen
Hij heenging, aan de geesten in de gevangenis gepredikt heeft, namelijk aan hen
die voorheen ongehoorzaam waren, toen God in Zijn geduld nog eenmaal wachtte
in de dagen van Noach, terwijl de ark gebouwd werd, waarin weinige – dat is acht –
mensen behouden werden door het water heen. Het tegenbeeld daarvan, de doop,
behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam,
maar als vraag aan God van een goed geweten, door de opstanding van Jezus
Christus, Die aan de rechterhand van God is, opgevaren naar de hemel, terwijl de
engelen, machten en krachten Hem onderworpen zijn.” 1 Petr 3, 18-22.
Ja, het léék op dat moment dat alles verloren was. Jezus’ levenloze lichaam was ondergebracht in een geleend graf. Zijn beste vrienden waren ondergedoken. Judas, Zijn verrader, was vrij van vervolging want hij had zichzelf opgehangen.
Nacht. Duisternis. Het kwade regeerde.
Maar wij nemen de beslissing… gij en ik… wij beslissen wat waar is en wat een illusie is. Want het kwade regeert alleen in het waanzinnige bedrog dat satan en zijn slaven ons opdienen. Zelfs op het moment van zijn grootste macht, de moord op de Zoon van God, brengt zijn duivelse misdaad bevrijding voor ons, omwille van Jezus’ vrijwillige overgave, Zijn vrijwillige slachtofferrol. Terwijl satans duisternis de Zoon van God inkapselt, marcheert Jezus vrijwillig diezelfde duisternis binnen, blokkeert Hij eerst de macht van de hel over de dood, en verslaat die dan.
“Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd. – Kol 2, 15.
Misschien vinden wij onszelf vandaag nog terug in…
De nacht. De duisternis. Het kwade dat regeert.
Maar wij vertrouwen erop dat, door wat Jezus gedaan heeft, de hel verslagen is en dat we terugkeren naar het vreemde en intrigerende element dat tot ons spreekt van de grote belofte van eeuwige redding en hoe die te ontvangen. We herinneren ons dat Jezus hier was, dat Hij deze wereld van duisternis en dood kent. Dat Hij die geconfronteerd heeft, dat Hij is afgedaald naar de meest duistere plaats, en daar de overwinning heeft behaald. Voor u en mij. En de uiterlijke presentatie, Jezus die opstaat en Zich daarna toont aan honderden mensen, dat is Pasen. Dat is:
Dag. Licht. Het goede dat komt regeren.