Zeven wereldschokkende dagen
Vastenoverweging 36 – maandag 11 april 2022
Zeven dagen veranderden de wereld. Deze zeven dagen zijn het onderwerp geweest van miljoenen publicaties, talloze debatten en duizenden films. Deze zeven dagen hebben de grootste schilders, de meest bekwame architecten en de meest begaafde muzikanten geïnspireerd. Het is onmogelijk om de culturele impact van deze zeven dagen te berekenen. Maar nog moeilijker zou een poging zijn om rekening te houden met de levens van mannen en vrouwen die erdoor zijn getransformeerd. En toch waren deze zeven dagen zoals ze zich in Jeruzalem afspeelden van weinig betekenis, behalve voor een paar betrokke-nen. Wat gebeurde er op die zeven dagen? Laat het ons even samenvatten:
• Op maandag - dat is dus wat we seffens even willen bekijken - liep Jezus de Tempel van Jeruzalem binnen en gooide er tafels om waar geld werd gewisseld: Romeinse drachmen werden geruild voor Joodse sjekels. Romeinse munten waren echter niet toegestaan in de tempel. Het beeld van Caesar op de muntstukken was een overtreding van het tweede gebod. Maar de tempelautoriteiten gebruikten het geld toch uit winstbejag en maakten van de tempel zo een plaats waar in de naam van die aanbeden afgod - de Romeinse keizer dus – winst werd gemaakt en de plaats van gebed ontheiligd werd.
• Op dinsdag onderwees Jezus in gelijkenissen, waarschuwde het volk tegen de Farizeeën en voorspelde de verwoesting van de Tempel.
• Over woensdag, de derde dag, weten we niets. De evangelieschrijvers zwijgen. Misschien was het een rustdag voor Hem en Zijn vermoeide en bezorgde discipelen.
• Op donderdag vierde Jezus in een bovenzaal de Paasmaaltijd met zijn discipelen. Maar Hij gaf er een nieuwe betekenis aan. Niet langer zouden Zijn volgelingen zich de Uittocht uit Egypte herinneren bij het breken van het brood. Ze zouden zich Zijn gebroken lichaam en bloedvergieten herinneren. Later die avond in de hof van Gethsémané werd Hij tijdens Zijn gebed gekweld doordat Hij wist wat Hem te wachten stond.
• Op vrijdag, de vijfde dag, na verraad, arrestatie, gevangenschap, desertie, valse processen, ontkenning, veroordeling, afranselingen en veroordelingen, droeg Jezus Zijn eigen kruis naar "De plaats van de schedel", waar Hij met twee andere gevangenen werd gekruisigd.
• Op zaterdag lag Jezus dood in een graf dat was gekocht door een rijke man genaamd Jozef.
• Op zondag was Zijn Passie voorbij, de steen was weggerold. Jezus leefde nog. Hij verscheen aan Maria, aan Petrus, aan twee discipelen op de weg naar Emmaüs en aan de 11 discipelen die in een afgesloten ruimte bijeen waren. Zijn opstanding werd als een feit vastgesteld.
Goed, laat ons nu eens teruggaan naar de maandag van de laatste week dat Jezus nog fysiek tussen de mensen was. De maandag dat Hij in de tempel kwam om daar onderricht te geven aan Zijn volgelingen. En bij het binnengaan, in de zijbeuk van het gebouw, zag Hij de geldwisselaars bezig. Kan je je voorstellen hoe dit de aanleiding voor Jezus moet geweest zijn om deze mistoestanden eindelijk eens grondig aan te pakken. Hoe Hij van binnen zo diep gekwetst moet geweest zijn door wat Hij als diep beledigend voor Zijn Vader moet ervaren hebben. Die Vader Die, zoals Jezus maar al te goed wist, zo bezorgd was over dezelfde mensen die Zijn Vader hier zo minachtend behandelden!
En we zien hier hoe Jezus deze keer dit probleem, dat natuurlijk al langer bestond en waar Hij al vaker moet geconfronteerd geweest zijn, aanpakte. Johannes vertelt in Hoofdstuk 2, 14 tot 22 uitgebreid Hoe Hij de tempel reinigde van wat niet tot eer van Zijn Vader was, van datgene wat we eigenlijk afgodisch mogen noemen. Jezus Zelf gebruikte de term “marktplaats” en in het verslag van Lukas citeert die zelfs de nog grovere term “rovershol” die Jezus gebruikte voor de tempel zoals hij daar en toen functioneerde. En Jezus is wel heel expliciet als Hij zo over die tempel spreekt. Want die tempel is eigenlijk een prachtig bouwwerk. Zijn 50m hoge en brede gevel was naar het oosten gericht en bestond geheel uit helder blinkend marmer. De versieringen waren van zuiver goud. Zuilengangen begrensden de wijde binnenplaatsen en voorhoven. De schitterende kroon op het werk was het heiligdom in het midden, glinsterend als “een met sneeuw bedekte berg” zoals Flavius Josephus erover schrijft. En dàt noemt Jezus “een rovershol”. Wat wilt ge, Hij kijkt nu eenmaal doorheen de buitenkant: zowel die van de tempel en die van u en mij. Want misschien kan je hierbij eraan denken dat in onze tijd ons lichaam de tempel van God genoemd wordt. (bvb. in 1 Kor 6, 19: zie verder).
Enne, beeld je ook eens in hoe het moet geweest zijn voor Zijn tijdgenoten toen ze zagen hoe Jezus in hun schitterend heiligdom tekeer ging! Want wat betekende het dat een provinciale profeet - afkomstig uit Nazareth of all places - om in de heilige stad Jeruzalem te komen en (in hun ogen natuurlijk onheilig, zelfs heiligschennend) tumult in de tempel te maken? Ja, je kunt het je waarschijnlijk wel voorstellen. Hij stelt keihard dat de tempel dient om God te ontmoeten, om te bidden, om in de vastentijd misschien even tot rust te komen. Tot overmaat van ramp zegt Jezus dan ook nog eens iets dat net zo schokkend is als Zijn daden. Hij zegt: 'Vernietig deze tempel en over drie dagen zal ik hem oprichten.' ( Joh 2, 19). Hij wist wat er op komst was binnen enkele dagen. En eigenlijk is het geen wonder dat juist deze daad tot Zijn kruisiging leidde. Dus wat deed Hij en waarom? Ten eerste, door Zijn heerschappij over zelfs dit meest heilige symbool te tonen, kondigde Hij aan wie Hij was. Door de evangeliën heen handelt Jezus in de persoon van God. Ten tweede stelde Hij een nieuwe tempel in, de tempel van Zijn gekruisigde en verrezen lichaam. Jezus zelf is de plaats waar God woont, en wij, in de mate waarin we op Hem geënt zijn, zijn tempels van de Heilige Geest. Jezus velt een oordeel over alle ontoereikende, verdorven vormen van menselijke religie en vestigt het nieuwe en eeuwige verbond, de nieuwe tempel, in Zijn eigen persoon.
Ja, ik wil toch nog heel even ingaan op die tekst van Paulus uit 1 Korinthieërs waar ik hierboven naar verwees. Daar staat: “Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan God met uw lichaam.” (1 Korintiers 6:19 NBG)
Als ge een wedergeboren kind van God zijt, is uw lichaam een tempel geworden van de Heilige Geest, staat hier. God Zelf is woning in u komen maken! Sta daar even bij stil en denk daar eens goed over na. Gegarandeerd dat ge een heel andere kijk op uw lichaam krijgt. Uw lichaam: Zijn tempel!
Uw lichaam behoort dus niet meer toe aan uzelf. Het is niet meer uw eigendom, noch het eigendom van de duivel of enige onreinheid. Het is gekocht en betaald met het dierbaar Bloed van Jezus. Hij vergoot Zijn Bloed ook voor uw lichaam! Daarom verheerlijk God met uw lichaam. Weet dat het Gods tempel is en Gods tempel is heilig. Verander uw denken hieromtrent. Waar gij uw lichaam naar toe brengt, daarheen brengt gij Gods tempel. Wat gij met uw zintuigen waarneemt, komt in Gods tempel. Wat gij eet, drinkt, inademt, voelt, ruikt ... komt in Gods tempel binnen. Daarom, verzorg uw lichaam, waardeer het.