Meer dan chocolade laten
Vastenoverweging 33 – vrijdag 8 april 2022
“Veertig dagen en veertig nachten bleef Mozes daar bij de HEER, zonder te eten of te drinken. En de HEER schreef de tekst van het verbond, de tien geboden, op de platen.” - Exodus 34:28
Te vaak beschouwen christenen de veertigdagentijd als een donkere en sombere tijd van dingen "opgeven" en super vroom zijn. Dat is onzin (als ik eventjes zo oneerbiedig mag zijn). Deze vastentijd is zoals ik eerder al probeerde te laten zien een tijd van persoonlijke reflectie en van erkenning van onze afhankelijkheid van God. Daarnaast is het leuk te beseffen dat het woord ‘vastentijd’ afkomstig is van het Angelsaksische woord dat 'lentetijd' betekent. De vastentijd is met name ook een tijd voor voorbereiding, van planten en groei. Veel culturen en religies hebben door de eeuwen heen vasten op een ascetische praktijk beoefend.
Maar het gaat in Gods ogen niet daarom, het gaat om onszelf te ontdoen van alles wat ons belemmert om dicht bij Hem te zijn; om wat tussen ons en God in komt te staan, alles ook wat het voor ons moeilijker maakt om liefde te geven en te ontvangen aan en van de mensen rondom ons.
Om onze blik zo scherp mogelijk in te stellen op dit thema, moeten we onze ogen richten op het voorbeeld van Jezus.
Jezus geen asceet
Hoewel Jezus het vasten als middel tot een doel kende, was hij bepaald geen genotsvijandige asceet. Hij hield van eten en drinken op zijn tijd. Er werd zelfs over Hem gezegd: "Kijk die veelvraat, die slemper, die vriend van tollenaars en zondaars" (Lucas 7: 34).
In Johannes 14:12 lees je: ‘Wie dezelfde werken doet als ik, zal nog grotere dingen doen.’ Jezus kon na zijn periode in de woestijn doven laten horen, verlamden laten lopen, zelfs doden laten opstaan. Wat Jezus deed, was bovennatuurlijk. Wat God ons wil leren, is dat wij ook bovennatuurlijk dingen kunnen gaan beheersen. Maar laat ons nog eens wat verder gaan en even wat dieper gaan nadenken, mediteren, contempleren… over de reden waarom Jezus hier op aarde wàs. En bàd. En vàstte.
Laat ons eens even kijken naar hoe voor Jezus Zijn aardse leven was, wat dat inhield. En bekijk dat eens met mij doorheen de telescoop van het ‘vasten’: ik herhaal de ingrediënten van vasten die ik hierboven al vermeldde: reflectie (nadenken, mediteren), afhankelijkheid, voorbereiding van iets nieuws, zich ontdoen van belemmeringen, een middel tot een doel,…
En nu de vraag. Als jij God was, zou jij dan doen wat Jezus deed?
• Zou je een smetteloze hemel verruilen voor een groezelige stal? Hij verruilde de verering van engelen voor het gezelschap van moordenaars. Hij kon het universum in zijn handpalm houden, maar gaf het op om in de baarmoeder van een meisje te landen.
• Zou je dan op stro slapen, borstvoeding krijgen uit een moederborst en gekleed zijn in een luier? Ik zou het niet doen, Christus deed het.
• Als je wist dat degenen van wie je hield je in je gezicht zouden uitlachen, zou je dat dan nog steeds laten gebeuren? Christus deed dat. Hij vernederde zichzelf. Hij ging van het bevelen van engelen naar het slapen in het stro. Van sterren vasthouden tot Maria's vinger vastpakken. De handpalm die het universum vasthield, nam de spijker van een soldaat. Waarom? Wel, omdat dàt is wat liefde doet. Het plaatst de geliefde vòòr
zichzelf. En liefde gaat ver . . . en Christus reisde voorbij alle grenzen van tijd en ruimte om binnen de beperking van de schepping te komen en om zo een van ons te worden. Dat hoefde niet. Hij had het kunnen opgeven. Bij elke stap onderweg had Hij kunnen stoppen.
• Toen hij de grootte van de baarmoeder zag, had Hij kunnen stoppen.
• Toen hij zag hoe klein Zijn hand zou zijn, hoe zacht Zijn stem zou zijn, hoe hongerig Zijn buik zou zijn, had Hij kunnen stoppen.
• Bij de eerste zweem van de stinkende stal, bij de eerste windvlaag koude lucht. De eerste keer dat hij zijn knie schraapte of zijn neus blies of verbrande bagels proefde, had hij zich kunnen omdraaien en naar buiten kunnen lopen.
• Toen hij de vuile vloer van zijn huis in Nazaret zag.
• Toen Jozef hem klusjes en later werk gaf om te doen.
• Toen zijn medestudenten aan het indommelen waren tijdens het lezen van de Thora, Zijn Tora.
• Toen Hij de zweep voelde, de doornenkroon, het kruis opnam, …
Op elk moment had Jezus kunnen zeggen: "Dat is het! Het is genoeg! Ik ga naar huis, naar de hemel." Maar dat deed Hij niet. Hij reflecteerde (nadenken, mediteren), leefde in afhankelijkheid, bereidde iets nieuws voor (voor ons hé!), ontdeed Zich van (wereldse en demonische) belemmeringen, leefde Zijn leven en stierf aan dat kruis als een middel tot een doel: uw en mijn redding voor eeuwig.
Neen, opgeven deed Jezus niet, op geen enkel moment, want Hij is liefde!