Vasten – christelijk ascetisme?
Vastenoverweging 6 – dinsdag 8 maart 2022
Onze traditionele veertig dagen-vastentijd roept – zeker voor de ouderen onder ons - veel herinneringen op aan de Rooms-Katholieke manier van vasten. Die weerspiegelt een christendom dat het lichaam eerder als vijand beschouwt dan als een vriend, deugd ziet als de kunst van het afwijzen van genot, en bovendien opoffering de beste manier vindt om als christen te leven.
Dit soort dubbelzinnigheden is eigenlijk niet de manier waarop de Bijbel ons leert om te vasten. Het illustreert alleen hoe het christelijke ascetisme doorheen de geschiedenis is kunnen misgroeien bij gebrek aan een goede evangelische verankering. Het begon al bij de eerste monniken bij wie dergelijke ascetische praktijken reeds tot overdaad van ‘het leven opgeven’ leidden. Hun bedoeling was om zichzelf te bevrijden van de passies die hun gehechtheid aan Christus konden belasten.
En theoretisch klinkt dit misschien mooi, maar je ziet al onmiddellijk één woordje daarin staan dat niet evangelisch is: zichzelf. Zichzelf bevrijden! Dat kunnen we niet, de Bijbel leert dat alleen God ons kan bevrijden. Dat alleen Jezus en Zijn kruisovergave ons kan bevrijden. Zie daarvoor bijvoorbeeld naar Job 14, 4: “Kan een mens tot reinheid brengen wat onrein is? Nee, dat kan hij niet!” Of lees De brief van Paulus aan de Romeinen waar hij in hoofdstuk 3 schrijft:
“Ik heb immers al heel duidelijk gemaakt dat allen, zowel de Joden als de andere volken, in de macht van de zonde zijn
Zo staat er ook geschreven:
‘Er is geen mens rechtvaardig, zelfs niet één,
er is geen mens verstandig,
er is geen mens die God zoekt.
Allen hebben ze zich afgewend,
heel de mensheid is verdorven.
Er is geen mens die nog het goede doet,
er is er zelfs niet één.
Hun keel is een open graf,
hun tong is bedrieglijk,
achter hun lippen schuilt het gif van een adder,
hun mond is vol vervloeking en venijn.
Ze haasten zich om bloed te vergieten,
brengen ellende en vernietiging.
De weg van de vrede kennen ze niet,
angst voor God kennen ze niet.
Wij weten dat de wet in alles wat hij zegt alleen tot degenen spreekt die aan de wet zijn onderworpen. Maar uiteindelijk wordt ieder mens het zwijgen opgelegd en staat de hele wereld schuldig voor God.” Stevige woorden, niet?
Maar het is niet de enige tekst die dit zegt. Er staan daarover nog heel wat andere teksten in de Bijbel, bijvoorbeeld Psalm 14/ Johannes 1, 17/ Efese 1, 6-7/ 1 Korinthe 1, 4 enzovoort. Eén citaat moet ik toch nog kwijt omdat het zo regelrecht ingaat tegen de stelling die spreekt over deze zelfbevrijding. Het citaat staat in Romeinen 11, 6: “Maar wanneer ze (mensen) uit genade zijn uitgekozen, dan is dat niet omdat ze de wet naleven, want in dat geval zou de genade geen genade meer zijn.” Ja, onze redding is een geschenk, een volledig en ondeelbaar geschenk van God aan ons.
Wat later in de geschiedenis kwam daar de dimensie van herstel aan toe: vasten, verstervingen doen om het lijden te herstellen dat de mensen God hebben aangedaan. We zijn toen de term ‘substitutie’ gaan gebruiken: door onszelf te doen lijden (vasten, onszelf allerlei gaan ontzeggen) maken we goed wat we God hebben aangedaan. Opnieuw is dit allesbehalve evangelisch. Want ook dat kan niet. Ook dat gaat tegen de basisboodschap van de Bijbel in: dat alleen Jezus goed kan maken wat wij fout gedaan hebben. Dat alleen Hij ons kan verzoenen met die God Die we – en dat is inderdaad wel waar - zo onfatsoenlijk behandeld hebben.
En nu, tegenwoordig, duikt er plots een verbazingwekkend hedendaags fenomeen op: een maatschappelijke terugkeer van het vasten, van de ‘versterving’ zoals wij dat destijds noemden. Versterving ofte ‘verzaking’, ook zo’n vergeten woord! En die hedendaagse invulling reikt tot ver buiten de relizieuze wereld. Met dank aan het succes van de "Tournée Minérale". Je kent het wel: een maand leven zonder alcohol! En daarop volgde een hele reeks andere "maanden zonder" ... Van de eerder verfijnde: "maand zonder ultra-bewerkte voedingsmiddelen" over de: "maand zonder sociale netwerken" tot de “maand zonder suiker” of de “maand zonder afstandsbediening’. En zo staan er nog vele maanden op deze kalender, zoals sedert 2022 nog: “een maand zonder supermarkt” (bestaat echt, zoek het maar op) en: "een maand zonder klagen", want: een negatieve geest zal je nooit tot een positieve visie leiden! En er zijn nòg van die alternatieve hedendaagse vastensystemen ontstaan: ooit gehoord van Intermittent Fasting bijvoorbeeld? Of zijn broertje ‘Detox Fasting’, of zusje Keto (cocktail) Fasting. Ja wadde, zou ik zeggen.
Maar anderzijds, het is niet zo dat een periode van vasten, van onthouding vanuit christelijke invalshoek niet logisch meer zou zijn. Dat het geen gelukkige "reset" van lichaam en geest zou kunnen zijn. Dat het geen dingen zou kunnen helpen opruimen. Dat het bovendien ruimte in ons leven zou kunnen maken voor wat essentiëler is.
Dit is des te uitdagender voor ons, omdat onze christelijke traditie altijd spirituele groei en ascese met elkaar heeft verbonden. Misschien moeten christenen deze schatten van geestelijke wijsheid die zij hebben geërfd en die altijd deel hebben uitgemaakt van dat persoonlijke en kerkelijke hoogtepunt van de veertigdagentijd toch maar niet uit het oog verliezen. Want er zijn toch nog wel enkele zijwegen, zinvolle en Bijbels verantwoorde routes in het vasten, die eigenlijk onlosmakelijk verbonden zijn met deze vastentijd. En die we misschien wel zouden kunnen vergeten. Terwijl zelfs Jezus zelf er aandacht voor had, het vasten zelfs persoonlijk beoefende. Ik noem drie zo’n potentieel belangrijke kenmlerken van vasten:
Aalmoezen geven: geven en delen wat we hebben, en niet alleen maar geven wie of wat we zìjn... De pedagogie van de christelijke ascese wil ons veranderen door ons te trainen in het nemen van concrete, belichaamde acties. Het gaat dus om eens wat van het materiële leven opzij te schuiven in ruil voor wat "spirituele" alternatieven. Het herontdekken van de vreugde van het geven van iets van je bezittingen. Met fooi! Het soort vreugde dat ook barmhartigheid en solidariteit ons kunnen geven.
Gebed: ook deze weg terug naar God vinden. Onszelf losrukken van de gevoelloosheid van dit leven, dat zo gemakkelijk gemonopoliseerd wordt door actie, door wat we doén. Reismagazines weten dat dit goed voor ons is... vandaar de "mooie ontsnappingen", de “doe-vakanties” die ze ons aanbieden. Maar bidden is de voornaamste ontsnappingsweg die de Bijbel aanreikt om Gòd te beleven. Bidden is de toegangen tot de 'geheimen' van God betreden, de route omstappen die Hij voor ons voorbereid heeft, als het ware uitgegraven heeft. Het gaat hierbij dus ook om onze tijdsbesteding, onze tijd die we concreet besteden aan dingen die deze wereld zich toeeigent, en die ons zodanig opslurpen dat we ons gaan isoleren van onze Heer, terwijl Hij toch in de eerste plaats rechten op ons heeft.
Niet eten en dergelijke, het klassieke vasten: dat is ruimte maken midden het dagelijkse materiële leven in deze wereld, door de directe vervulling van onze lusten – en ook van lekker eten... eventjes opzij te zetten. Het is het ordenen van onze verlangens in het aangezicht van allerlei soorten verslavingen. Het is weten hoe je een beetje op je honger kunt blijven, niet meteen alles willen willen. Het is weten hoe je jezelf van iets kunt ontdoen (en niet alleen van het overbodige, suggereert Jezus). En dus, ook waakzaam blijven voor dit vermogen tot strippen van overtollige, neen boventollige, dingen die ertoe leiden dat er geen ware aandacht overblijft voor levensbelangrijke dingen: met nandere woorden niet voor God, noch voor andere mensen, noch zelfs voor onszelf.
Vastentijd? Een tijd om te (her)geven aan iemand/Iemand anders als een proefje van het Evangelisch leven!