Gebed is gevaarlijk oorlog voeren
Vastenoverweging dag 4 – zaterdag 5 maart 2022
Eén van de dingen die ik de (amper drie) voorbije dagen al benadrukte is gebed. Gebed als alternatieve invulling voor andere dingen zoals TV-kijken, spannende boeken lezen, lekker eten, games spelen of andere (bijna)-verslavingen. Want eigenlijk is deze vastentijd natuurlijk een periode waarin we onze relatie met God willen onderzoeken en versterken. En hoe kunnen we dat beter doen dan door met Hem in gesprek te gaan, door Hem te gaan zoeken en van weeromstuit Hem te gaan aanbidden, bewonderen, liefhebben, bevragen, enzovoort.
Gebed is een van Gods liefste geschenken aan ons. Het gebod om te bidden is zelf een lief en liefdevol geschenk van een genadige en zorgzame hemelse Vader. Gebed is waar God zijn kinderen verwelkomt om met hem te praten, met Hem te communiceren, bij Hem te blijven.
Het is die heilige plaats waar de diepste aanbidding, de diepste behoeften en de eerlijkste belijdenissen allemaal kruisen met de grootsheid van goddelijke liefde. Gebed werkt alleen wanneer aanbidders worden uitgenodigd in de aanwezigheid van Iemand Die verbazingwekkend geduldig is, grenzeloos in liefde, voortdurend vergevings-gezind en soeverein in macht. Om iets een gebed gebed te laten zijn, moet God Gòd zijn; zonder dit is gebed een daad van religieuze zinloosheid. Maar God ìs God en Hij heeft ons uitgenodigd om ons echte zelf bij Hem te brengen. Het is geen uitnodiging om hem een catalogus van onze op onszelf georiënteerde verlangens te brengen, alsof hij weinig meer is dan een kosmisch leveringssysteem voor wat voor verlangens ons op dit moment ook verteren.
Nee, de kern van gebed is een aanbiddende onderwerping aan Hem, Die dankbaarheid, nederigheid, visie en bereidwilligheid in ons voortbrengt. Zonder aanbidding en onderwerping wordt gebed gereduceerd tot een reeks eisen die het doen lijken alsof wij goden zijn, en het Gods taak is om Zijn almachtige macht als het ware aan onze heerschappij te onderwerpen. Het is schokkend om te bedenken dat wat onze meest bewuste Godwaartse daad lijkt te zijn, in feite bewijs kan zijn van onze voortdurende afgoderij. Gebed is dus geestelijke oorlogvoering. Om te bidden hebben we genade nodig die ons zal bevrijden van de heerschappij van ons eigen egoïstische hart. Om ons hart naar die tegenintuïtieve plaats van aanbidding en onderwerping te krijgen, hebben we de hulp nodig van degene tot wie we bidden. Het is moeilijk om de wàre "Uw koninkrijk kome, uw wil geschiede"-gebeden te bidden. Het is contra-intuïtief om te bekennen dat wat ik het meest nodig heb, niet alle dingen zijn waar mijn hart naar verlangt. Het is moeilijk om te belijden dat wat ik het meest nodig heb, bevrijdende genade is. Bidden is dus vechten. Bidden is werken. Gebed roept ons op om naar plaatsen te gaan waar we niet vaak komen en ons hart te openen om te doen wat we te weinig doen.
Ik denk dan ook dat gebed inherent gevaarlijk is omdat we ons overgeven en onze verlangens aan God onderwerpen.
• Ik zou nooit zeggen: bid niet voor de veiligheid van je kinderen. Ik denk dat elke liefhebbende ouder zou willen dat hun kinderen veilig zijn.
• Ik denk niet dat ik ooit zou zeggen: bid niet dat je een goede dag hebt, want ik hoop dat je een geweldige dag hebt.
Maar als onze gebeden alleen gaan om het vinden van parkeerplaatsen en het ontdekken van de juiste recepten voor feestelijk voedsel, beledigen we bijna onze God Die zoveel meer kan doen. Als ik naar sommige gebeden in de Schrift kijk, zijn die veel gevaarlijker. In een van de gebeden waar we in het Oude Testament over kunnen lezen, vroeg David God en gaf Hij God toestemming om hem te fouilleren. Dat is een gevaarlijk gebed: “Doorzoek mij, God”. Toen bad hij: "Kijk of er een beledigende weg in mij is." Met andere woorden: “Als er een deel van mij is dat onrein, onrechtvaardig, onaangenaam voor u is, God, geef ik U toestemming om het aan mij te laten zien”. Dat is geen gebed dat ik heb leren bidden toen ik op de zondagsschool opgroeide. Dat is een gevaarlijk gebed. "God, ik geef U toestemming, in feite nodig ik U uit om iets meer in mij te doen, om mijn hart te doorzoeken. Ik zal mijn ziel voor U blootleggen." Toen ik dat specifieke gebed begon te bidden, begon God me meer onzuiverheden in mijn eigen ziel te laten zien, onzuiverheden die hij zou helpen reinigen, door dat gevaarlijke gebed.
Er is nog een ander gebed dat net zo gevaarlijk is als oorlog voeren. Het luidt: “Here God, zend mij”. En toch lezen we het in de Bijbel, zelfs al in het Oude Testament. Je vindt het in Jesaja hoofdstuk 6. Het is op dat ogenblik een heel slecht jaar voor Gods volk. De geliefde koning Uzzia, was net gestorven. Jesaja ziet een visioen van de Heer in Zijn tempel en de engelachtige wezens die God aanbidden, en God stelt daar dan de vraag: "Wie gaat er heen om mijn zending te doen?"
Wat ik zo leuk vind aan Jesaja is dat hij zo tegengesteld reageert als wij vandaag zouden doen. Als er ergens een opdracht is, willen we eerst weten hoeveel we betaald krijgen, wat de voordelen zijn, hoe het schoolsysteem eruit gaat zien, of we van het klimaat houden, of we ons comfortabel gaan voelen. We willen al deze details. In plaats daarvan bad Jesaja een zeer, zeer gevaarlijk gebed: "Hier ben ik, Heer. [Ik hoef geen details te weten. Ik ga niet eens vragen stellen. Als je me vraagt om iets te doen, zal mijn antwoord ja zijn.] Hier ben ik, stuur me”.
Ik denk dat er verschillende manieren zijn om gevaarlijke gebeden te bidden. Jezus bad: "Niet mijn wil, maar uw wil geschiede." Dat is een gebed van overgave dat gevaarlijk is. Ik koos voor deze voorbeelden van gebeden omdat ze, in mijn gedachten, het meest passen in wat ik het culturele christendom noem. Tegenwoordig is het in sommige delen van de wereld, zoals waar wij wonen, vrij gemakkelijk om jezelf een christen te noémen, maar niet echt zo te leven. Je kunt gerust zeggen dat je in God gelooft, maar meestal hoef je de manier waarop je leeft niet te veranderen. Deze drie gevaarlijke gebeden waar we het over hebben zijn ongelooflijk contra-cultureel en kunnen ons echt helpen dichter bij Jezus te komen.
En dat willen we toch, niet? Dichter bij Jezus komen? Wat maakt het dan toch zo moeilijk om dergelijke gebeden te bidden.
Wel ik denk dat wat we uiteindelijk ècht zouden willen is dat God doet wat we vragen, en daarom houden we onze gebeden veilig: "God, zegen me, bescherm me, help mijn kinderen goed opgroeien, help me de loterij te winnen." Wat het ook is, in onze veilige gebeden vragen we God om dingen te doen die onszelf ten goede komen. Deze gebeden zeggen niet: "God, U bent hier om mij te dienen." Ze zeggen: "God, ik ben hier om U te dienen." Jezus riep ons niet om veilig te zijn. Hij riep ons niet om ons op ons gemak te voelen. Hij riep ons niet om gezellig te zijn. Hij riep ons op om onszelf te verloochenen en Hem te volgen. Dat is een gevaarlijke roeping. "Zoek mij, laat mij mijn zonde zien." Dat is gevaarlijk. "Neem mij weg , God, van mezelf, mijn eigen zelfvoorziening." Dat is gevaarlijk. "Stuur mij maar, God, om het even waar naartoe. Naar het zendingsveld of naar de Oekraïne, naar de zieke mens in het ziekenhuis hier om de hoek of naar de gemeentevergadering waar ik eigenlijk geen zin in heb. Onderbreek me maar Heer, en mijn antwoord is ja." Dat is een ongelooflijk gevaarlijk gebed. En ik geloof dat aan de andere kant daarvan echte intimiteit, echt geloof en uiteindelijk echte effectiviteit en vruchtbaarheid voor God is.
Want dat is de andere kant van dit soort gebeden. Ze zijn ontmoedigend, ze zijn eng, ze zijn intimiderend en ze voelen zich als een berg die te groot is om te beklimmen. Maar als je het bidt, zal God echt iets aan je openbaren. Je zult merken dat je voor hem gebroken bent met niets anders meer om van afhankelijk te zijn, behalve Hij. Je bent rauw, klaar en volledig beschikbaar voor de opdrachten die Hij je stuurt en waarvan je nooit had gedacht dat je ze kon doen. Je moet door die enge tijden, die lage tijden, die gebroken tijden en die kwetsbare tijden heen lopen om de andere kant te bereiken waar je kunt zeggen dat je het voor geen geld ter wereld anders zou doen als je er opnieuw vòòr zou staan. Dan kun je zeggen dat het allemaal de moeite waard was, omdat je gehoorzaam bent geweest, dat je getransformeerd bent door de aanwezigheid van God en dat je een stuk gelijkvormiger bent geworden aan het beeld van Christus.