A Christmas Carol
Advent 2021: Afl. 13.
“Van Mij is het zilver en van Mij is het goud, luidt het woord van de Here der heerscharen” Haggai 2, 9
Er is misschien geen bekender kerstverhaal dan de bovenstaande vertelling van Charles Dickens. In zijn volledigheid heet het boek eigenlijk “A Christmas Carol in Prose, Being a Ghost Story of Christmas”. Het vertelt over ene Ebenezer Scrooge die op kerstavond door drie geesten bezocht wordt en leert dat hij niet verder kan zonder een andere mens te worden. De schrijver van het verhaal houdt ons via Scrooge een spiegel voor van een rijke, maar gierige man die alles wat plezierig en warm en goed is afwijst. “Humbug”, noemt hij hij dat allemaal, oftewel: “Onzin”.
Het boek werd uitgebracht in 1843 en vertelt over hoe deze vrek, die alleen waarde hecht aan geld en niet omkijkt naar een ander, in de nacht voor Kerstmis drie dromen krijgt. In elke droom verschijnt er een andere geest die probeert hem tot inkeer te doen komen. Hoe het afloopt moet je zelf maar ontdekken.
Het verhaal begint op kerstavond, precies zeven jaar na de dood van Jacob Marley, Scrooge’s zakenpartner waarmee hij ooit hun bedrijf ‘Scrooge & Marley’ begon. Scrooge is aan het werk op zijn ijskoud kantoor. Ijskoud, want de gierigaard wil absoluut geen geld verspillen aan kooltjes. Fred, de enige zoon van de zus van Scrooge, komt langs om zijn oom een gelukkig kerstfeest te wensen en hem uit te nodigen voor het kerstdiner op de eerste kerstdag. Scrooge maakt meteen duidelijk dat hij niets met het kerstgevoel heeft en stuurt zijn neef weg met: “Bah! Onzin!”. Ook collectanten voor de armen worden door Scrooge weggejaagd met de opmerking dat er werkhuizen zijn voor armen en dat dit genoeg is. Als ze liever sterven dan moeten ze dat maar doen om zo de overbevolking te verminderen (toen blijkbaar al een probleem?!
Scrooge gaat laat naar huis, een statig pand dat vroeger van wijlen Jacob Marley was. Hij had het huis geërfd na diens dood. Het huis is donker en koud om kosten te sparen. Als hij de sleutel in het slot steekt, schrikt hij als de klopper op de deur plots de vorm krijgt van het spookachtige gezicht van Marley. Die is gekomen om Scrooge te waarschuwen dat zijn huidige leven hem hetzelfde lot zal brengen als Marley na zijn dood: veroordeeld om over de aarde te zwerven als boetedoening voor het gebrek aan naastenliefde tijdens zijn leven. Als zinnebeeld van zijn marteling draagt Marley een zware ketting met daaraan symbolische objecten uit zijn leven, maar dan in massief metaal: kasboeken, geldkisten, sleutels en dergelijke. Marley waarschuwt dat het lot van Scrooge nog erger kan zijn, want zijn ketting was zeven jaar geleden al net zo lang als die van Marley, en hij heeft ze met zijn levensstijl alleen maar langer gemaakt. Marley vertelt Scrooge dat hij een kans heeft om aan zijn lot te ontkomen door bezoeken van drie geesten die een voor een zullen komen. Scrooge schrikt, maar is niet geheel overtuigd dat hij niet hallucineert. Hij gaat naar bed, denkend dat een goede nachtrust hem goed zal doen.
Die nacht verschijnen dus die drie droom-geesten. Om te weten wat ze precies komen doen, moet je het verhaal zelf lezen, of een van de talloze verfilmingen van het boek zien, want het navertellen ervan zou me te ver leiden. Maar het komt erop neer dat de eerste geest zich voorstelt als de: ‘Geest van Voorbije Kerstmis’. Hij leidt Scrooge langs zijn verleden. De tweede geest noemt zichzelf: ‘Geest van Huidig Kerstmis’ en toont dingen die in het nu gebeuren, bijvoorbeeld in de armoedige levens van de familie Cratchit. De derde, zwijgende geest, heet de ‘Geest van Toekomstig Kerstmis’. Hij confronteert Scrooge met zijn eigen dood zonder dat die zichzelf daarin herkent. Een groepje mensen heeft het over de zojuist overleden: “Oude Schraper”. Als hij de neerbuigendheid van deze mensen ervaart, en aan de geest vraagt over wie het gaat, toont die hem zijn eigen grafsteen. Scrooge schrikt van de uitkomst van zijn leven en zijn onvermijdelijke eigen dood.
Een mooi, boeiend, opvoedend verhaal, maar wat heeft dat met ons te maken zou je kunnen denken. Het gaat niet eens om Jezus! Wel, de realiteit is vaak erger dan de fantasie. Misschien is de vraag waartoe dit verhaal ons uitdaagt en die wij ons moeten stellen: waar staan wij in ons leven vandaag? En neen, natuurlijk zijn wij niet zo erg als deze Ebenezer. Maar ja, die herkent zichzelf dus ook niet tot hij voor zijn eigen grafsteen staat.
Wel, misschien is het ook voor ons toch tijd om eens even na te denken over onze eigen 'Christmas Carol'. Laat ons eens proberen.
De geest van voorbije Kerstmis
Ga eens in gedachten terug naar een Kerstmis uit een van de voorgaande jaren, voor je de Heer Jezus had leren kennen. Waar stond je toen in je leven? Wat deed je? Hoe leefde je? Welke keuzes had je gemaakt? Hoe voelde je je daarbij?
De geest van het huidige Kerstmis
Hoe heeft je wedergeboorte voor jou uitgepakt? Hoe ziet jouw Kerstmis er dit jaar uit? Wat is er veranderd? Hoe voel je je daarbij?
Je toekomstige Kerstmis
Laat nu eens je verbeeldingskracht gaan. Stel dat je op dezelfde voet doorgaat als nu. Hoe zou dan jouw kerstfeest er volgend jaar kunnen uitzien? Of het jaar daarna? Met wie ben je dan? Wat is dan je situatie en hoe voel je je daarbij? Hoe dicht zit dat bij wat je wilt? Is er nog groei, verbetering, heiliging nodig in je leven?
En misschien nog één allerlaatste overdenkinkje naar aanleiding van dit verhaal! Het gebeurt geregeld, het overkwam jou misschien ook al, dat je als gewone, doorsnee mens in een andere financiële klasse van deze maatschappij terecht bent gekomen. Je werd rijker: je had geluk, of je erfde, of je werkte hard… en wat gebeurde er sindsdien met je? De trouwe onopvallende jij werd rijk(er) en trots daarop. Waarom niet? Je had het toch zelf zover gebracht! Of niet soms? (Voel je het, je wordt al een beetje boos als iemand daaraan durft te twijfelen).
Wel, dan zegt God via de profeet Hosea: “Toen zij weidden, werden zij verzadigd; toen zij verzadigd waren, verhief zich hun hart; daarom vergaten zij Mij.” - Hosea 13:6. Wat hier staat is dat een dergelijke mens, trots geworden door zijn rijkdom, God gaat onderwaarderen, gaat vergeten, en zo onder Gods oordeel valt.
Hoe kunnen we voorkomen dat dit met ons gebeurt? Ten eerste door erop te letten niet arrogant, hooghartig te worden. Geloof in geen geval dat jij iets te maken hebt met die rijkdom van je. Die rijkdom is niet van jou! God zegt het heel duidelijk, heel wit-zwart: “Zie, van de Here, uw God, is de hemel, ja, de hemel der hemelen, de aarde en alles wat daarop is” – Deut 10, 14. En elders ook: “Van U, o Here, is de grootheid en de kracht, de heerlijkheid, de roem en de majesteit, ja, alles wat in de hemel en op de aarde is; van U is de heerschappij, o Here, en Gij zijt als hoofd boven alles verheven.” – 1 Kronieken 29, 11. En als je nog twijfelt is er hier nog eentje, eentje dat niet meer weg te redeneren is: “Van Mij is het zilver en van Mij is het goud, luidt het woord van de Here der heerscharen.” – Haggai 2, 9
Conclusie: als al de dingen rondom kerstmis, al de cadeautjes, al de flikkerende lichtjes en beeldjes je helpen om de kerstboodschap zijn juiste plaats te geven in jouw leven, leuk dan. Geniet ervan. Maar als al die rommel juist de weg verspert naar God, je focus weghaalt van de geboorte van de Christus, gooi ze dan weg! Verschuif en sorteer dan je prioriteiten totdat alles wat je doet en organiseert Zijn verlangens weerspiegelen. Veel inzicht en wijsheid daarbij!
Karel Buntinx