Jozef
Advent 2021: Afl. 12.
“De herkomst van Jezus Christus was deze. Zijn moeder Maria was verloofd met Jozef, en voordat ze bij elkaar gingen wonen, bleek zij zwanger te zijn van de heilige Geest. Jozef, haar man, was een rechtvaardige. Omdat hij haar niet in opspraak wilde brengen, kwam hij op de gedachte om in stilte van haar te scheiden”
Mattheüs 1:18-19
We hadden het eerder al over Maria, Elisabet en Zacharias, maar één hoofdrolspeler is wat tussen de mazen van het net door gevallen. Wééral door gevallen, zou je kunnen denken want ook elders in de Bijbel komt de man nauwelijks nog ter sprake. Ik bedoel Jozef, de “voedstervader’ (zoals hij traditioneel vaak eigenlijk heel mooi genoemd wordt) van Jezus. En toch. Misschien is dat wel wat onterecht. Wat leren we hier over deze man?
Ten eerste dat het hele kerstverhaal er heel anders zou hebben uitgezien voor Jozef als hij niet was geweest wie hij was. Want je moet maar doen wat hij deed. Er was hem waarschijnlijk veel verwarring en pijn bespaard gebleven als God hem onmiddellijk en rechtstreeks had laten weten hoe het allemaal ineen zat met die Baby Die op komst was. Maar neen, hij moest het allemaal te horen krijgen van zijn ondertrouwde vriendin Maria. Je zou er waarschijnlijk niet graag bij geweest zijn toen Maria hem de boodschap kwam brengen: “Euhh… Jozef. Ikke èh, ik ben zwanger. En euhh, neen, niet van een andere vent hoor! Ik ben u niet ontrouw geweest! Neen, neen, echt waar, ik heb u niet bedrogen! Neen Jozef, echtig techtig niet!! Geloof me nu toch! Jozef!”
Wat gebeurt hier eigenlijk? Wat doet God hier eigenlijk?
God is Jozefs karakter aan het testen. Hij wil zien of Jozef, als het erop aan komt, barmhartig is, vergevingsgezind, liefdevol. Of zou hij misschien eerder van het wraakzuchtige type zijn? En wat blijkt? In plaats van boos te worden, kiest hij ervoor om genadig te zijn, de pijn die hij ongetwijfeld gevoeld moet hebben toe te laten, te laten binnenkomen.
Niet dat dit vanzelf zal gegaan zijn hé. We zijn allemaal mensen, we kunnen ons allemaal inbeelden wat dit voor Jozef moet betekend hebben. Het gebeurt vandaag toch zo vaak in zovele huwelijken. En net als bij hen worstelt de ene partner dan met angst en de andere met boosheid. Jozef had menselijk gezien (en hij wàs dus mens zoals gij en ik) die Kerstmis alle reden om zich gekwetst en verraden te voelen. Maar toch viel hij Maria niet aan in zijn pijn. Neen, hij toonde haar genade. Wat een fantastisch voorbeeld van genade. En wat een woord in deze context! En wat betekent dat voor ons vandaag in onze omgang met elkaar!
Jozef wilde Maria niet in opspraak brengen. Hij wil haar niet voor de rest van haar leven de stempel van ‘overspelige‘ laten meedragen. Hij zegt gewoon: “OK, we zeggen het huwelijk gewoon af. En als de mensen dat horen zullen ze het mij misschien in mijn schoenen schuiven omdat ik zal bestempeld worden als een vader die zijn vrouw in de steek laat, maar het zij dan maar zo!” Jozef zit in een moeilijke situatie. Ik zie hem daar al ergens in de heuvels van Nazaret op een rotsblok zitten, net nadat hij een droom gehad heeft (v 20-21)) waarin een engel hem bevestigt dat Maria niet overspelig geweest is. “Terwijl hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer, die zei: 'Jozef, zoon van David, wees niet bang uw vrouw Maria bij u te nemen, want wat bij haar tot leven is gewekt, is van de heilige Geest. Ze zal een zoon krijgen en u moet Hem de naam Jezus geven, want Hij is degene die zijn volk zal redden uit hun zonden.”
En daar zit Jozef nu op die rots: nadenkend, biddend, misschien nog wel zijn boosheid uitschreeuwend tegen God, wetend dat hij nu een besluit moet nemen. En hij kiest ervoor om die droom te geloven, hij kiest ervoor om datgene te doen wat hij gehoord heeft van die engel en om zo God het meeste eer te geven: met Maria te trouwen. Wat een enormiteit was deze beslissing! Misschien ten koste van zijn eigen goede naam door de roddels die er ongetwijfeld zullen geweest zijn. En niet beseffend dat zijn hemelse Vader een veel groter plan met die Baby heeft dan hij, als zogenaamde wereldse vader, voedstervader, kan vermoeden, zich kan voorstellen. En vergeet niet, hiermee zijn de problemen van Jozef door die Baby nog niet van de baan hé.
Nog maar pas is het Jongetje geboren, of Herodes stuurt zijn leger er al op uit om Hem te doden. Als jij (al) vader bent (of als moeder misschien ook) kan je je waarschijnlijk wel een beetje voorstellen wat dat betekent. En dan is daar weer een engel, en die zegt hem naar Egypte te vertrekken. Later komt er trouwens nog een derde keer een engel Zijn bevelen geven, als Jozef zijn gezin terug naar Israël moet brengen omdat Herodes gestorven is, terug naar huis, naar Nazaret! Drie keer komt die engel zeggen wat Jozef moet doen, drie keer heeft Jozef de keuze: op die openbaring vertrouwen of op zijn eigen inzichten. En drie keren zien we dat hij Gods woorden gelooft, en niet op zijn eigen ervaringen en inzichten vertrouwt. Het zegt veel over de man. Wat een geloof had deze man, en hoe gehoorzaam was hij?
Maar goed, hier moet hij, met het gezin dat zijn verantwoordelijkheid is, alles bijeen graaien en naar Egypte vertrekken. Kan je je voorstellen hoe ingrijpend dit is? Hoe ver dat moet die trip naar Egypte geweest zijn. In een tijd dat een ezeltje het enige vervoermiddel was om met een pas bevallen vrouw en een Babytje te gaan reizen. En om dan een nieuw leven te gaan uitbouwen in dat vreemde land, met die vreemde taal, die vreemde gebruiken, die vreemde, vaak verachtelijke sociale en religieuze omgangsvormen.
We zijn nu eeuwen verder in de menselijke geschiedenis. En ik denk dat we eigenlijk ook Jozef een beetje mogen vieren met Kerstmis, wetend dat hij alles was wat een vader moet zijn: geestelijk heel ontvankelijk voor Gods wil, meevoelend en genadig, liefdevol, beschermend voor het gezin dat zijn Heer hem had toevertrouwd…
En nu, wij! Hebben wij een hart dat naar God toegezogen wordt in liefde, gehoorzaamheid, onderworpenheid? En sleuren wij misschien nog zo’n rotsblok van gekwetstheid met ons mee zoals Jozef ook plots op zijn dak kreeg? Is ònze blijheid nog overdekt met gevoelens van wrok en onvergeven kwetsuren? Wel, we kunnen niets veranderen in zo’n situatie door ons te blijven vastklampen aan onze verwondingen. En we moeten de andere persoon niet vergeven omdat die andere dat verdient. We moeten vergeven omdat God dat ook voor ons gedaan heeft. Dààrom moeten wij vergeven, en dààrom moeten we de pijn loslaten! Wat kies jij: wil je bitter zijn of wil je gezegend zijn? Als je ervoor kiest om genadig te zijn en de pijn los te laten, eert ge Uw God en zal Hij u Zijn zegeningen over uw leven geven.
Ik kan me voorstellen dat je de miserie, het verraad, het verdriet, het lijden dat je is aangedaan niet zomaar kunt loslaten, na misschien vele jaren dat je de littekens ervan al meedraagt. Ik kan je dan wel een oplossing aanreiken. Enfin, niet ik. Jesaja leert ons dan hoe we kunnen loskomen van die pijn. In hoofdstuk 41, vers 10 geeft hij ons Gods antwoord op onze miserie. Lees het antwoord maar eens, laat het op je inwerken, leer het misschien van buiten en vooral – ook verwijzend naar de vorige overdenkingen – geloof het!
Wees niet bevreesd, want Ik ben met u,
wees niet verschrikt, want Ik ben uw God.
Ik sterk u, ook help Ik u,
ook ondersteun Ik u met Mijn rechterhand, die gerechtigheid werkt.
Jesaja 41, 10
Karel Buntinx